Verslag symposium Het Nieuwe Wonen 2023
Het symposium Het Nieuwe Wonen stond dit jaar in het teken van uitwisseling op het gebied van slim wonen, sociaal wonen en gezond bouwen. Het was een geslaagde dag met nieuwe inzichten en veel interactie. Bekijk snel de video-impressie en lees het uitgebreide verslag van de dag!
Opening
Door Frank Spuij (Academiedirecteur Built Environment HAN) & prof.dr.ir Masi Mohammadi (Scientific Director DEEL)
Frank Spuij (directeur Academie Built Environment, HAN) opende samen met prof.dr.ir. Masi Mohammadi (Scientific Director DEEL) de zesde editie van het congres ‘Het Nieuwe Wonen’ in een sfeervolle zaal van de Vasim in Nijmegen.
Masi benadrukte hoe fijn het is om te zien dat de Livinglabs zo’n vruchtbaar proces bieden: overal in het land zijn projecten te vinden en elk jaar komen er nieuwe, inspirerende projecten bij. Zo gaat er een nieuw project bij Treant uit Emmen van start en is het gebouw van Woningstichting Domus (nu: Nester) in Roermond, waarbij empathisch wonen voor de eindgebruiker met klein budget centraal stond, succesvol geopend.
Volgend jaar staat er een meerdaagse internationale wetenschappelijke conferentie ‘Smart Healthy Environments (SHE) 2024‘ op de planning, binnen de ICT&health World Conference. Iedereen is van harte welkom op 14-16 mei in het MECC Maastricht.
Neem vooral een kijkje op de website en meld je daar aan.
Keynote ‘Shaping Digital Life: Technology that Cares’
Door Prof.dr. Somaya Ben Allouch (HvA & UvA)
Prof.dr. Somaya Ben Allouch (HvA, UvA) trapte de dag af met haar keynote ‘Shaping Digital Life: Technology that Cares’. In haar eigen onderzoek staat interactie tussen mens en systeem centraal. Het integreren van technologie in een context, zodat die technologie daadwerkelijk gebruikt wordt, is een waardevol maar helaas nog niet vanzelfsprekend aandachtspunt.
Volgens voorspellingen zijn er in 2040 voor iedere 65+ nog maar twee werkenden, wat een grote impact heeft op de stijgende zorgkosten en het nu al nijpende woningtekort. Om ook in de toekomst een aangenaam leven te faciliteren, kan technologie een belangrijke rol spelen. Maar dat ontwerpen voor de toekomst, hoe doe je dat eigenlijk?
In de wetenschap zijn verschillende modellen ontwikkeld, zoals de ‘Age-friendly cities’ van de WHO (2007), waarbij het maken van leefbare woonomgevingen voor een veranderende (en met name verouderende) samenleving vanuit acht domeinen wordt bekeken. Na kritische reflectie ondervond dit model aanpassingen door Marston & Van Hoof (2019, 2020), waardoor onder andere domeinen als technologie en duurzaamheid, maar ook de behoefte aan een integrale aanpak (om de leefwereld van mensen beter te bevatten) verwerkt zijn in het model. Ook werd het model veranderd naar een dynamisch model, daardoor het beter toepasbaar is op een veranderende wereld en het mogelijk is om Livinglabs met elkaar vergelijken.
Somaya benadrukte het belang om kritisch te blijven reflecteren op deze modellen. Techniek is in de overgang van de 20e eeuw naar de 21e eeuw ontwikkeld van losse technologieën naar meer geïntegreerde technologieën. Maar alleen technologie integreren is niet het walhalla: techniek moet altijd aansluiten op de (persoonlijke) behoeften van de mens, ook wel de ‘fit’ genoemd. Er moet dus vanaf dag één samen met de gebruiker, de stakeholders en vanuit verschillende contexten ontwikkeld en geëvalueerd worden, om technologie zoals AI goed te laten landen. Een belangrijke vraag, die ook door koningin Máxima gesteld werd, om altijd in acht te nemen is: voor wie doen we dat dan? En wat is de toegevoegde waarde?
AI kan hulp bieden bij alledaagse activiteiten. In een aantal projecten wordt die hulp op verschillende manieren vormgegeven. Zo ondersteunt AI bij een huis als mantelzorger (zoals bij het DEEL-project Guiding Environment/Wie Zorgt) of zelfs de buurt of publieke ruimte als mantelzorger (zoals bij het project It takes a village).
Ter afsluiting gaf Somaya nog drie belangrijke inzichten mee:
- Mensen zijn nog altijd in de lead bij mens-AI interactie, waarbij de mens zelf kan kiezen welke verantwoordelijkheden verschoven kunnen worden naar AI en welke touwtjes zelf in handen blijven. Een testomgeving met eindgebruikers is cruciaal om iedereen mee te kunnen nemen en te kunnen leren van fouten (dat mag!)
- De weg naar AI is niets anders dan een transformatieproces op verschillende niveaus, dat nu al aan de gang zou moeten zijn. Is er al een visie of strategie, of moet die nog ontwikkeld worden? Luister naar mensen met twijfels en verzamel de juiste mensen aan tafel om zorgen serieus op te pakken.
- Hoe moeilijk een multidisciplinaire samenwerking ook kan zijn, door de verschillende talen die gesproken worden of door schurende belangen, ga die uitdaging vooral niet uit de weg.
Lezing ‘Geclusterd wonen: oud worden mét of náást je buren?’
Door Ir. Kim Hamers PhD-candidate (HAN, TU/e) & Arianne Hendriks (Woonzorg Nederland)
In de tweede lezing bespraken Ir. Kim Hamers PhD-candidate (HAN, TU/e) & Arianne Hendriks (Woonzorg Nederland) de impact van verschillende varianten van geclusterde woonvormen op ontmoetingen en hoe deze bevindingen een plekje kunnen krijgen in de praktijk. Hierbij werd het publiek aan het denken gezet over hoe je zelf met je eigen buren oud zou kunnen of willen worden.
Doordat een groeiende groep oudere huurders langer zelfstandig thuis moet blijven wonen, wordt er veel ingezet op geclusterde woonvormen, om zo ontmoetingen doelgericht te stimuleren. In het onderzoek van Kim, samen met Nienke Moor en Masi Mohammadi en i.s.m. Woonzorg Nederland, werd onderzocht in hoeverre geclusterde woonvormen eigenlijk slagen in het aanwakkeren van meer contact, meer verbondenheid en meer burenhulp en in het tegengaan van eenzaamheid.
In het onderzoek wordt ‘geclusterd wonen’ beschouwd als een woongebouw met een ontmoetingsruimte. Er wordt onderscheid gemaakt tussen vier varianten van geclusterd wonen, waarbij verschil wordt gemaakt op bewonerssamenstelling, ruimtelijke en organisatorische aspecten. Met behulp van een survey werd het mogelijk om de verschillende varianten met elkaar te vergelijken, maar ook het verschil tussen wel of niet geclusterd wonen te onderzoeken. In de survey werd bewoners gevraagd hoe zij zelf hun woonomgeving ervaren op het gebied van de sociale omgang met de buren, het helpen of ondersteunen van elkaar en sociale eenzaamheid.
Uit de resultaten kwam de rol van de woonomgeving voor contact naar voren. Zo hebben bewoners van geclusterde woonvormen vaker bijna dagelijks contact dan bewoners die niet geclusterd wonen, waarbij met name georganiseerde activiteiten in gemeenschappelijke ruimtes een belangrijke rol spelen in het contact. Hier komen bewoners herhaaldelijk dezelfde gezichten tegen, waar ze veel waarde aan hechten. Ook plekjes in de (semi)openbare ruimte, zoals de gangen of de hal in een gebouw, werden vaak genoemd als belangrijke ruimtes voor contact, maar dan met name voor spontane of toevallige ontmoetingen. Beide vormen van ontmoeting, georganiseerd en spontaan, zijn belangrijk om mee te nemen in het ontwerp om zo een groter gevoel van veiligheid te creëren.
Kim benadrukte dat geclusterd wonen een mooie opstap kan zijn, maar niet meteen alle sociale problemen de wereld uit helpt. Zo zorgt regelmatiger burencontact niet zichtbaar voor meer verbondenheid of minder sociale eenzaamheid. Dat iemand goed contact heeft met een aantal buren, betekent niet dat die zich verbonden voelt met de hele groep. Wel wordt laagdrempelige burenhulp, zoals het zorgen voor de planten of een oogje in het zijl houden, vaker verleend bij geclusterd wonen. Ook blijven er bewoners die geen behoefte hebben aan contact of het, ondanks de gelegenheid die geclusterde woonvormen kunnen bieden, moeilijk blijven vinden om contacten aan te gaan. Voor die laatste groep is het belangrijk om passende ondersteuning te bieden.
Arianne vulde met haar lezing aan hoe deze resultaten en aanbevelingen zijn doorgevoerd in de strategie en visie van verschillende woonvormen bij Woonzorg Nederland. Om de druk op de formele zorg te verlagen, wordt er ingezet om georganiseerde en spontane ontmoetingen en zelf- en samenredzaamheid tot stand te brengen in passende woonvormen. Om deze woonvormen vorm te geven heeft Woonzorg Nederland twintig criteria waar alle wooncomplexen aan moeten gaan voldoen.
Arianne benoemde dat er ook bij deze woonvormen uitdagingen zullen blijven.
- Zo zijn de voordelen van geclusterd niet voor iedereen bereikbaar. Een groep van 14% heeft alsnog geen contact: misschien is de behoefte er niet of het lukt niet. Voor deze groep is er meer ondersteuning nodig, bijvoorbeeld van welzijnsorganisaties of buddies.
- Laagdrempelige burenhulp is zichtbaar in geclusterde woonvormen, maar intensievere mantelzorg door de buren gebeurt eigenlijk niet. In hoeverre kan je dat echt verwachten en wat is daarvoor nodig?
- De betrokkenheid van bewoners is een samenspel tussen fysieke en organisatorische ruimte. Krijgen bewoners wel de ruimte van de woningcorporatie om mee te denken en wat is de rol van de woningcorporatie daarin?
De belangrijkste resultaten van het onderzoek zijn dus samengevat: Geclusterd wonen resulteert in meer dagelijks sociaal contact. Spontane ontmoetingen en georganiseerde ontmoetingen zijn beiden belangrijk. In de geclusterde woonvorm wordt vaker laagdrempelige burenhulp verleend. Samenspel van fysieke en organisatorische aspecten is cruciaal.
Workshops
Er werden drie interessante workshops georganiseerd waar iedereen zich voor kon inschrijven.
Afsluiting
Na afloop van de workshops kregen de afgevaardigden van elke workshop het woord om voor de hele zaal hun workshop samen te vatten in twee zinnen. Daarna werd de middag, die in het teken stond van kennismaken en kennis delen met elkaar, afgesloten met een dankwoord naar de aanwezigen en de organisatie. Het publiek werd niet alleen voor hun aanwezigheid bedankt, maar ook voor het geloof in de Living Labs van DEEL, zodat het Nieuwe Wonen beetje bij beetje ook breder begrepen en gedragen gaat worden. Met deze mooie woorden werd de borrel ingeluid.
De sfeer van de dag is goed gevat door illustrator Kalle Wolters.