Verslag Workshop ‘Industrieel en circulair bouwen’
Deze workshop werd georganiseerd tijdens het symposium Het Nieuwe Wonen 2023 en werd verzorgd door Remko Zuidema van Stichting Briqs.
Hij nam ons mee in onze relatie tot wonen: woningen gaan eeuwen mee, wonen verandert elke dag. Habraken, VROM en SAR hebben al veel voorwerk gedaan om tot industrieel bouwen te kunnen komen. Maar voor gebruik van data en circulariteit was weinig aandacht. Nu zijn er vaak veel partijen bij een bouwproces betrokken, vaak in een eenmalige samenwerking. Remko ziet dynamisch verbinden als oplossing. Wetgeving is onder andere een belemmering om tot industrieel bouwen te komen vanwege verschillen in aansprakelijkheid: een aannemer is gebonden aan nationale wetgeving, terwijl een productleverancier gebonden is aan Europese wetgeving. Ook aanbestedingen verschillen per land. In Nederland laat een eigenaar door een architect een ontwerp maken, dit wordt zo op de markt gezet met daardoor een scheiding van aansprakelijkheden. In Duitsland weet een aannemer hoe hij het gaat bouwen, het is nationaal gestandaardiseerd. In België is een architect wettelijk volledig verantwoordelijk voor een aannemer. In Nederland kenmerkt de bouw zich door hollen en stilstaan. Daarom werkt de lineaire bouwketen financieel heel goed in deze markt. Een stilstaande fabriek bij industrieel bouwen is niet gratis, daarom is industrieel bouwen risicovol in een “hit and run” markt. Industrieel bouwen is daarom gebaat bij een meer constante markt. Dan komen de voordelen tot bloei ten opzichte van traditioneel: duurzaam, minder vakmensen nodig, aantrekkelijker voor vakmensen, meer zekerheid over kwaliteit prijs en prestatiegaranties, leren van elkaar, kortere bouwtijd, besparing in tijd, transitieproof (van beton naar staal, andere processen, onafhankelijk van bouwlocatie), digiproof met modificatievrijheiden en parametrisch opschaalbaar.
Door middel van enkele oefeningen over van lineaire bouwketen naar circulaire bouwkring kregen de aanwezigen dieper inzicht.
Bijzonder was het inzicht in de verschuiving van vastgoed naar losgoed. Bijvoorbeeld van een bedstede naar een los eigen bed (1901), van een inbouwkast naar een losse eigen kast (1945), van een kelder naar een koelkast (1960) en van een elektro boiler naar een cv-ketel (1990). Met een doorkijk naar de toekomst: van een vaste keuken naar een eigen meubel, van een badkamer naar een sanitair meubel en van traditioneel naar industriële inbouw.
Nederland is het goedkoopste in wegwerpkeukens. Een keuken in Nederland is vastgoed, terwijl in Duitsland en Italië een keuken wordt meegenomen naar een nieuwe woning. De meegenomen keuken moet daarom beter van kwaliteit zijn en demontabel zijn. Twee belangrijke begrippen in circulair bouwen.
Een conclusie van Remko was een woning als casco basisgebouw voor iedereen gelijk, met daarin afwerkingen, keuken, badkamer, indeling installaties naar keuze. Dus van statisch naar dynamisch, iets wat we onder andere van Japan en Finland kunnen leren.